Hindoeïsme
Door Fionnuala Witteman
Les 1: Onderzoek
Onderzoeksgebied 1: Basisinformatie
1 Hoe heet de geloofsovertuiging?
2 Hoe worden de volgelingen van de geloofsovertuiging genoemd?
3 Heeft de geloofsovertuiging een bepaald symbool? Haal een plaatje van dat symbool van het internet en voeg
het toe. Leg kort uit wat de oorsprong van het symbool is (minimaal 10 woorden).
4 Heeft de geloofsovertuiging een heilig boek of geschrift? Hoe heet dat boek of geschrift?
5 Heeft de geloofsovertuiging een heilige plaats? Noem één of meer voor de geloofsovertuiging belangrijke
gebouwen die daar te vinden zijn.
6 Kent de geloofsovertuiging zijtakken of stromingen? Zoja, welke?
De geloofsovertuiging heet het hindoeïsme, de volgelingen van het hindoeïsme heten hindoes.
Het hindoeïsme heeft een symbool dat de Omkar (Ohm) heet. Het symbool kent verschillende
uitvoeringen, maar hij is het bekendst bij het hindoeïsme. Het symbool is een mystieke of
heilige lettergreep in de Dharmische religies. Dit is de Ohm:
Het hindoeïsme heeft veel geschriften die belangrijk zijn voor hindoes. Dat zijn de Veda’s, de Bhagavad gita, de Upanishads, de Ramayana, de Mahabharata en de Purana’s. De Veda’s vormen de basis van het hindoeïsme. De Bhagavad gita gaat vooral over het vinden van God en het juiste handelen. Het is onderdeel van de Mahabharata. Er zijn meer dan 100 Upanishads, zij behandelen verschillende onderwerpen. De ziel en de relatie daarvan met God zijn belangrijke onderwerpen. De Ramayana vertelt het verhaal van de kroonprins Rama en zijn vrouw Sita. Rama en Sita worden gezien als voorbeeldpersonen. De Mahabharata vertelt het verhaal over de strijd tussen de Pandava’s en Keurava’s. En als laatste de Purana’s. De Purana’s zijn ‘godenverhalen’. Ze bestaan uit verschillende verhalen over Vishnu, Shiva, Ganesha en anderen.
Het hindoeïsme heeft veel tempels, ze staan overal in India. Een bekende is de hindoeïstische tempel in Mysore.
Het hindoeïsme is de oudste nog levende godsdienst ter wereld. Er zijn verschillende geschriften die niet bij het hindoeïsme horen maar er wel van afstammen. Het jaïnisme en het boeddhisme zijn stromingen van het hindoeïsme.
Onderzoeksgebied 2: Ontstaansgeschiedenis
1 Wanneer is de geloofsovertuiging (ongeveer) ontstaan?
2 Waar is de geloofsovertuiging ontstaan? In welk land, welke streek, welke stad, welke plek? (kortom, wees zo specifiek mogelijk)
3 Was er een specifieke grondlegger van de geloofsovertuiging? Wie was dat? Beschrijf hem kort (minimaal 10 woorden)
4 Was er een specifiek moment dat van essentieel belang is voor het ontstaan van de geloofsovertuiging? Beschrijf wat er op dat moment gebeurde en waarom het zo belangrijk was (minimaal 30 woorden)
Het hindoeïsme is ongeveer 1500 v.Chr. ontstaan in Noordwest-India. Het hindoeïsme (in die tijd had het nog geen naam) werd naar Noordwest-India gebracht door de Ariërs. Zij vermengden hun eigen Vedische religie met de mensen uit de Indusvallei. Zo ontstonden de Veda’s.
Onderzoeksgebied 3: Goden en mensen
1 Heeft de geloofsovertuiging één of meerdere goden? Hoe heet de ene god of de oppergod? Beschrijf hem kort (minimaal 10 woorden)
2 Als er één god is: noem naast de grondlegger van de geloofsovertuiging nog drie belangrijke mensen. Beschrijf elk van het kort en geef aan waarom ze belangrijk zijn (minimaal 10 woorden per stuk)
3 Als er meerdere goden zijn: noem drie belangrijke goden. Beschrijf hen kort en geef aan wat hun rol is (minimaal 10 woorden per stuk)
Het hindoeïsme heeft veel goden, de belangrijkste zijn: Brahma, Vishnu en Shiva. Brahma wordt gezien als de God als Schepper. Hij vertegenwoordigt het scheppende aspect van God, dus hij zorgt ervoor dat je geboren wordt. Vishnu wordt gezien als de God als Onderhouder. Hij is het onderhoudende aspect van God, dus hij onderhoudt het leven voor je. Shiva wordt gezien als de God als Transformerende Entiteit. Hij vertegenwoordigt het vernietigende deel van God. Het leven stopt ergens en hij zorgt daar voor.
Onderzoeksgebied 4: De moderne tijd
1 Heeft de geloofsovertuiging feestdagen? Noem drie van de belangrijkste feestdagen van de geloofsovertuiging en beschrijf kort wat die feestdagen inhouden (minimaal 10 woorden per stuk).
2 Hoeveel volgelingen heeft de geloofsovertuiging vandaag de dag?
3 In welk(e) land(en) wonen die volgelingen over het algemeen?
Het hindoeïsme heeft feesten ter ere van de Goden maar ook normale feesten, drie daarvan zijn Holi-Phagwa, Divali (ook wel Lichtfeest genoemd) en Nawratam Puja. Holi-Phagwa is in verband met Vishnu, het wordt gehouden in het voorjaar. Divali wordt gevierd op de donkerste nacht van het jaar, daarom ook de naam Lichtfeest. Nawratam Puja is ter ere van de godin Durga. Nawratam betekent negen nachten. Er wordt natuurlijk ook een eredienst gehouden, die vinden thuis plaats of in tempels. Ze aanbidden de goden door het zingen van gebeden, offeringen of beelden gebruiken.
Het hindoeïsme heeft vandaag de dag 900 miljoen volgelingen. Ze wonen over de hele wereld, maar de meeste wonen toch wel in India.


